Troonrede 2016
Toespraak | 20-09-2016
Leden van de Staten-Generaal,
Nederland heeft de laatste jaren weer vaste grond onder de voeten gekregen. De financieel-economische crisis ligt achter ons. Wij leven in een welvarend en aantrekkelijk land, ook in vergelijking met andere landen, en beschikken over goede voorzieningen, een goede infrastructuur en een sterke rechtsstaat. We hebben heel veel om trots op te zijn en op verder te bouwen.
Tegelijkertijd zijn in de maalstroom van alledag onrust en onbehagen kenmerken van deze tijd. Met alles wat er wereldwijd speelt, is het begrijpelijk dat we ons als samenleving zorgen maken en sterker gaan hechten aan het vertrouwde en bekende. De internationale dreiging van terrorisme, de instabiliteit aan de buitengrenzen van Europa, het vluchtelingenvraagstuk en de economische onzekerheden op de wereldmarkt zijn immers reële problemen met een grote impact op het dagelijks leven.
Het is echter niet voor het eerst in de geschiedenis van ons land dat we oplossingen moeten zoeken voor bedreigende en onvoorspelbare ontwikkelingen. Het is ook niet voor het laatst dat we die oplossingen gezamenlijk zullen vinden. De onlangs overleden oud-premier Piet de Jong, die de verstandige omgang met onrust en verandering bijna tot kunst wist te verheffen, sprak in zijn tijd regelmatig over de noodzaak van ‘bestendige vooruitgang’. Hij zei eens: ‘Het is een taak van de regering uit te kijken naar wat de toekomst moet worden en zo tijdig als mogelijk is aanpassingen tot stand te brengen die nodig zijn om de kansen te grijpen die de toekomst biedt.’
Deze kabinetsperiode is gestart vanuit de overtuiging dat gezonde overheidsfinanciën en een sterke economie het fundament vormen onder een goed en solidair sociaal stelsel, goede zorg en goed onderwijs en een hoge kwaliteit van andere publieke voorzieningen voor volgende generaties. Bij alle grote veranderingen die zich hebben voorgedaan, is de doelstelling van het regeringsbeleid onveranderd gebleven: zorgen voor een toekomst waarin vooruitgang, innovatie en economische groei samen kunnen blijven gaan met bescherming, solidariteit en omzien naar elkaar – in de beste tradities van ons land.
Enkele jaren geleden stonden deze verworvenheden onder druk. De economie kromp, het begrotingstekort was bijna 4 procent en het aantal mensen op zoek naar werk piekte op 700.000, ongeveer 8 procent van onze beroepsbevolking. Daarnaast waren de huizenprijzen fors gedaald, dreigde de AOW onbetaalbaar te worden en stegen de zorgkosten jaar op jaar veel sneller dan het nationaal inkomen.
Dat ons land er nu beduidend beter voor staat dan een aantal jaren geleden en weer meedoet in de kopgroep van Europa, is een collectieve prestatie. Politieke tegenstellingen werden overbrugd en verschillende maatschappelijke belangen zijn met elkaar verenigd. Nog niet eerder werden zoveel grote hervormingen tegelijk in gang gezet, vaak met steun van oppositiepartijen en maatschappelijke organisaties. Dat gebeurde in de zorg en het onderwijs, op de arbeidsmarkt en de woningmarkt, en in de AOW, de energiesector en de financiële sector. Daarbij is veel gevraagd van iedereen. Velen brachten financiële offers en er is een groot beroep gedaan op de bereidheid veranderingen te accepteren in het dagelijks leven. Zonder het doorzettingsvermogen, het harde werken en de ondernemerszin van de Nederlandse bevolking was het resultaat minder positief geweest.
Sinds enkele jaren groeit de Nederlandse economie weer bestendig. De verwachte groei voor 2017 komt, ondanks de brexit, uit op 1,7 procent. De woningmarkt is aangetrokken en de kostenstijgingen in de zorg zijn ingeperkt. Het begrotingstekort daalt volgend jaar naar 0,5 procent en ook de staatsschuld daalt snel richting 60 procent van ons nationaal inkomen.
Daarmee komt er weer ruimte om te bewegen. Bij minder mensen staat de hypotheek onder water, waardoor verhuizen gemakkelijker wordt. Huurders krijgen meer financiële ruimte door een verhoging van de huurtoeslag. Ondernemers die vertrouwen in de toekomst hebben, investeren eerder in werknemers en in de vernieuwing van hun bedrijf. En gezinnen krijgen meer te besteden.
Steeds meer mensen vinden weer werk. Na 2014 kwamen er in ons land meer dan 225.000 banen bij. Stap voor stap is de werkloosheid teruggedrongen naar 5,8 procent. Het is positief dat meer werkzoekenden boven de 45 jaar een baan vinden. Het aantal jongeren dat werk heeft, ligt op het hoogste niveau in zeven jaar tijd. De afspraken met werkgevers over meer banen voor mensen met een arbeidsbeperking worden voortvarend uitgevoerd. De arbeidsparticipatie groeit ook doordat steeds meer Nederlanders actief mee willen en kunnen doen op de arbeidsmarkt. Dit betekent wel dat het aantal werklozen minder snel terugloopt dan gehoopt. Daarom heeft de aanpak van de werkloosheid – in het bijzonder de langdurige werkloosheid – nog steeds hoge prioriteit.
Met de sociale partners heeft de regering een aantal gerichte maatregelen afgesproken. Zo worden de regels voor seizoenswerk versoepeld en krijgen werkloze 50-plussers intensievere ondersteuning bij het vinden van werk. Het minimumjeugdloon vanaf 21 jaar wordt in twee stappen afgeschaft, omdat jongeren ook een volwaardig loon verdienen. Werkgevers krijgen hiervoor compensatie om negatieve effecten voor de werkgelegenheid tegen te gaan.
De risico’s en onzekerheden voor onze open en internationaal georiënteerde economie komen vooral uit het buitenland. Lagere groeicijfers in grote opkomende markten als China en Brazilië hebben hun weerslag op ons. Er zijn door de aangekondigde brexit ook nieuwe onzekerheden in Europa, die Nederland rechtstreeks raken. Het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke handelspartner en de brexit kost banen, ook in ons land. Het doel van de regering is dat de economische relaties sterk blijven.
Voor de open Nederlandse economie is samenwerking in Europa cruciaal. Nederland blijft zich in de Europese Unie richten op groei en banen. Een stabiele euro, een krachtige en slagvaardige bankenunie en een sterke en eerlijke interne Europese markt, met een gelijk loon voor hetzelfde werk op dezelfde plek, zijn direct in het belang van ons land.
Door de positieve financieel-economische ontwikkelingen ontstaat langzaam maar zeker weer ruimte voor groei van inkomens en voor gerichte investeringen in de toekomst. Het is verheugend dat de koopkracht dit jaar en komend jaar opnieuw groeit voor werkenden, ouderen en mensen met een uitkering. Zo zorgt de regering opnieuw voor een evenwichtige koopkrachtverdeling. De zorgtoeslag gaat omhoog. Met een impuls van 200 miljoen euro wordt voor jonge ouders de drempel verlaagd om gebruik te maken van de kinderopvang, waardoor het gemakkelijker wordt om werk en gezin te combineren. Het is belangrijk dat kinderen die dreigen op te groeien in armoede deel kunnen nemen aan schoolreisjes, lid kunnen worden van een sportclub en de mogelijkheid krijgen op muziekles te gaan. Daarvoor komt 100 miljoen euro beschikbaar. Voorgenomen bezuinigingen in de langdurige ouderen- en gehandicaptenzorg ter grootte van een half miljard euro worden geschrapt. In het onderwijs komt extra geld beschikbaar om gelijke kansen te bevorderen. De tegemoetkoming voor specifieke schoolkosten in het mbo, bijvoorbeeld voor werkkleding, gereedschap en software, gaat omhoog.
Grote investeringen in energietransitie, verduurzaming, bereikbaarheid en onderwijs zijn gewenst. Ook het midden- en kleinbedrijf moet financiering kunnen krijgen voor nieuwe groei. De regering komt met voorstellen om deze investeringen waar nodig beter te ondersteunen.
Investeren in de toekomst betekent ook problemen aanpakken zoals die zich voordoen in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen. De gevolgen zijn ingrijpend en de regering wil samen met alle getroffen Groningers werken aan oplossingen. Door de gaswinning te halveren ten opzichte van 2012 en woningen en andere gebouwen te versterken, worden veiligheidsrisico’s beperkt.
De gevolgen van de klimaatverandering nopen tot forse investeringen en innovaties in duurzame energiebronnen, zoals wind, water en zonlicht. Afspraken over een betaalbare en schone energievoorziening zijn vastgelegd in het Energieakkoord. Deze ontwikkeling is niet alleen goed voor het milieu, maar levert ook banen op en kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven.
Vanwege de veiligheidssituatie, dichtbij en elders in de wereld, trekt de regering in 2017 opnieuw extra geld uit voor de krijgsmacht, de politie, de rechtspraak en het Openbaar Ministerie. Sinds 2014 is het defensiebudget stapsgewijs verhoogd, oplopend tot structureel 870 miljoen euro extra in 2020.
De criminaliteitscijfers in Nederland dalen gestaag en de regering blijft investeren in verbetering van de veiligheid. Met de begroting voor 2016 kwam voor veiligheid al een structureel bedrag van 250 miljoen euro extra beschikbaar. Vanaf 2017 komt daar structureel 450 miljoen euro bij. Hierdoor krijgen de mensen die zich iedere dag opnieuw inzetten voor onze veiligheid meer ruimte voor de uitvoering van hun taken: van de wijkagent tot speciale eenheden voor contraterrorisme, van de officier van justitie tot de gevangenisbewaarder.
In het achter ons liggende jaar werd de wereld opnieuw opgeschrikt door afschuwelijke jihadistische aanslagen, die onnoemelijk veel verdriet en menselijk leed veroorzaken. Onder andere Frankrijk, België, Duitsland en Turkije werden hard geraakt.
Wij mogen en zullen op geen enkele manier toestaan dat terroristen onze vrijheid, onze veiligheid en onze democratische waarden bedreigen. Het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme kent een mix van preventieve en repressieve maatregelen. Het kabinet wil de voedingsbodem voor radicalisering in Nederland wegnemen, onder andere door actief burgerschap op scholen te bevorderen. Uitreizen wordt moeilijker voor jihadgangers en hun uitkeringen worden stopgezet. Zij worden strafrechtelijk vervolgd en riskeren intrekking van het Nederlanderschap na een veroordeling.
Samenwerking in Europa bij de bestrijding van terrorisme is cruciaal. Binnen de Europese Unie werkt ons land intensief aan een betere informatie-uitwisseling tussen Europese inlichtingen- en opsporingsdiensten, gemeenschappelijke grensbewaking, de aanpak van financieringsstromen en verbetering van de cybersecurity.
Buiten Europa blijft Nederland met militaire, humanitaire en politieke middelen een bijdrage leveren aan de strijd tegen ISIS in de brandhaarden Syrië en Irak. Onze militairen en hulpverleners daar en elders op de wereld verrichten in moeilijke omstandigheden belangrijk werk ten dienste van internationale stabiliteit en mensen in verdrukking.
In nauwe samenwerking met de Caribische delen van het Koninkrijk heeft de regering succesvol campagne gevoerd voor het tijdelijke lidmaatschap van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Hervorming van de Verenigde Naties is voor de regering een belangrijk thema. Inhoudelijk ligt de prioriteit bij een geïntegreerde benadering van vrede, veiligheid en ontwikkeling, bij conflictpreventie en bij bescherming van burgers.
Oorlog en terreur drijven onschuldige mensen van huis en haard, een onzekere toekomst tegemoet. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in de eerste helft van 2016 is veel in gang gezet om de vluchtelingenstroom uit Syrië en andere kwetsbare landen onder controle te brengen. Dat beleid steunt op drie pijlers: wegnemen van redenen om te vluchten door het verbeteren van leefomstandigheden en tegengaan van geweld ter plekke, opvang in de regio, en bestrijden van mensensmokkel via levensgevaarlijke routes over zee. Nederland helpt onder andere met 260 miljoen euro voor verbetering van de opvang in de regio.
In maart 2016 zijn met de Turkse regering afspraken gemaakt om de vluchtelingenstroom in te dammen en beter te reguleren. Het aantal mensen dat op een afschuwelijke manier verdrinkt bij geïmproviseerde overtochten tussen Turkije en Griekenland en het aantal asielzoekers dat naar Europa komt, is hierdoor substantieel gedaald. De verdere uitvoering van deze afspraken vraagt in de komende periode de nodige aandacht.
Nederland is een land dat iedereen die daarvoor in aanmerking komt, de kans biedt te integreren in onze samenleving en iedereen die hier woont, zich thuis te laten voelen. Aan asielzoekers die naar Nederland komen, wordt een fatsoenlijke, maar sobere opvang geboden. Vorig jaar is dat gelukt dankzij de inspanningen van gemeenten, hulpinstanties en veel vrijwilligers. Wie in Nederland een toekomst wil opbouwen, moet bereid zijn de taal te leren en een actieve bijdrage te leveren. We verwachten dat iedereen zich bewust en positief verbindt aan ons land en onze manier van leven. De verplichte participatieverklaring treedt in 2017 in werking. Participatie en integratie worden onder meer bevorderd door asielzoekers in de gelegenheid te stellen vrijwilligerswerk te doen.
Het past bij het karakter van Nederland dat in veel wijken en gemeenten allerlei particuliere initiatieven worden genomen om asielzoekers bij de samenleving te betrekken. Tegelijk is het logisch dat in de samenleving ongerustheid bestaat over de komst van grote groepen vluchtelingen. We vragen ons af of de verschillen in cultuur en normen en waarden niet te groot zijn en voorzieningen niet te zeer onder druk komen te staan.
In Nederland is lang gestreden voor een aantal democratische waarden, waaronder de scheiding van kerk en staat, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. In ons land zijn mannen en vrouwen gelijk voor de wet en maken we geen onderscheid naar ras, geloof of seksuele geaardheid. Iedereen die in ons land wil wonen, moet deze waarden respecteren en naleven. Van niemand wordt gevraagd de eigen herkomst of cultuur te verloochenen, maar aan grondwettelijk vastgelegde normen kan niet worden getornd en tegen intimidatie en geweld wordt hard opgetreden.
Leden van de Staten-Generaal,
Nederland is een sterk land in een instabiele wereld. In de laatste jaren zijn gezamenlijk resultaten bereikt die maken dat wij met vertrouwen vooruit mogen kijken. Het is niet verstandig om de problemen en internationale onzekerheden waarvoor Nederland zich gesteld ziet, te onderschatten. Maar de geschiedenis leert ons dat ‘bestendige vooruitgang’ mogelijk is door samen toe te werken naar oplossingen, in eigen land en met onze internationale partners.
Dit tekent ook uw werk in het parlementaire jaar dat vandaag begint. U mag zich gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.